We kunnen veel, maar veel ook niet.
Sommige dingen kunnen we erg goed, in anderen is nauwelijks vooruitgang te ontdekken.
We kunnen beter machines bouwen dan het weer voorspellen.
We kunnen beter medicijnen maken dan de economie begrijpen.
Wanneer we de grenzen tussen wat we heel goed begrijpen, een beetje begrijpen en helemaal niet begrijpen, helderder maken, dan kunnen we daar veel baat bij hebben.
Drang
We hebben een grote drang om de grenzen van ons weten en ons kunnen op te rekken, verder te kijken dan we dachten ooit te kunnen.
Dat heeft ons veel gebracht.
We hebben een minder grote drang om inzicht te verwerven waar de grenzen van ons kunnen op dit moment liggen en of er wellicht grenzen zijn die we niet over kunnen.
Terwijl dat wel van belang is.
Als we die grenzen kennen dan zijn we veel beter in staat om wetenschappelijke inzichten op hun waarde te beoordelen en kunnen we veel beter de risico's in de maatschappij en in organisaties onderkennen.
Als we die grens weten te beschrijven zullen uiteraard mensen hun best gaan doen om die grenzen op te rekken en te bewijzen dat die grens ergens anders ligt dan we in eerste instantie dachten.
Dat juich ik alleen maar toe. Het gaat me er om dat als een wetenschapper, bedrijfsadviseur of politicus een niet-weten grens overschrijdt dat hij dan wat uit te leggen heeft.
Nu gebeurt het te vaak dat bijvoorbeeld een veiligheidsonderzoek naar een kerncentrale of dijk wel een indicatie geeft over de veiligheid, maar niet aangeeft waar de grenzen liggen van hun onderzoek. Welke omstandigheden vormen een bekend risico (ook al komen ze weinig voor) en waar liggen de grenzen van de onderzochte situaties, waar geen indicatie meer over te geven is?
Chaos en Kwantum
In mijn vorige blog heb ik kort 1 van de grenzen tussen weten en niet-weten beschreven: de chaos-theorie. Die zegt dat als er veel op elkaar inwerkende elementen zijn in een systeem, dan kunnen we die in veel gevallen maar slecht voorspellen. Onze samenleving en het klimaat zijn een paar voorbeelden van zo'n systeem.
Kwantummechanica bevat ook een aantal grenzen aan onze vermogens. Bij subatomaire deeltjes kun je of de plek of de impuls meten, maar niet allebei. Het gevolg van de onzekerheidsrelatie van Heisenberg is dat van een subatomair deeltje noch het verleden, noch het toekomstige gedrag met zekerheid voorspeld kan worden.
Oorzaak en gevolg
Beide grenzen hebben te maken met oorzaak en gevolg. In de kwantummechanica kunnen oorzaak en gevolg niet goed meer ontward worden omdat de meting altijd invloed heeft op het (kleine) systeem. In chaotische systemen zijn oorzaak en gevolg niet goed meer ontwarbaar omdat de onderdelen van dat systeem op elkaar reageren. Beiden zorgen voor een niet-deterministisch systeem.
3 zones
Als je dit vertaalt naar een indeling in onze kennis dan zijn er 3 zones:
-een deterministische zone waarin de oorzaak-gevolg relaties ontwarbaar zijn: dit is het gebied waar we al veel van weten, en die we in principe goed kunnen begrijpen en zelfs voorspellen. Zo lang je zorgt dat de variabelen niet op elkaar in werken blijf je in deze "weten"-zone. Dit is de zone waarin ons brein optimaal werkt. In deze zone is de grote vooruitgang geweest en nog steeds bezig. Apparaten bouwen, hiƫrarchische organisatievormen, veel onderzoek in natuurwetenschappen.
-een "misschien" zone waarin variabelen wel op elkaar inwerken, maar die veel stabiliteit kent. Je kan dan door modellen en theorievorming veel inzicht krijgen over systemen in deze zone. Als je oog hebt voor wanneer de stabiliteit om kan slaan naar instabiliteit kun je tijdelijk veel kennis opbouwen. In deze zone zitten bijv de psychologische en sociale wetenschappen en veel organisatieprocessen.
-een "niet-weten" zone, de zone waarin oorzaak en gevolg niet goed meer ontwarbaar zijn, waarin toevallige oorzaken enorme gevolgen hebben. In deze zone zitten wij allemaal persoonlijk. Hoe ons leven persoonlijk verloopt is volledig afhankelijk van een enorme hoeveelheid gebeurtenissen in onze omgeving.
Een indeling van onze kennis in deze zones kan ons veel vertellen over de betrouwbaarheid van die kennis. In de weten-zone heb je een hoge betrouwbaarheid, maar liggen op elkaar inwerkende variabelen altijd op de loer. In de misschien-zone kan er een hoge mate van waarschijnlijkheid zijn afhankelijk van hoe de systemen op elkaar inwerken, vormen ze een stabiel of instabiel geheel. In de niet-weten-zone is de invloed van toeval erg groot.
Ik pleit ervoor om op zoek te gaan naar de chaos in onze kennis en het niet-weten inzichtelijk te maken en te benomen, om zo veel beter te snappen hoe waardevol die kennis is, of juist niet is.